Nota van Antwoord

Vraag en antwoord
Naar aanleiding van de Politieke Markt van 10 juni 2025 inzake de vaststelling van het bestemmingsplan Steenwijk Zuidoost fase 1 is op 17 juni 2025 de memo “Toelichting sanering Steenwijk Zuidoost” aan de gemeenteraad gezonden. In de memo wordt nader ingegaan op de voorgenomen sanering van de aanwezige PFAS-verontreiniging in relatie tot de woningbouwontwikkeling. Op 24 juni 2025 heeft de raad het bestemmingsplan vastgesteld.

Op 25 juni 2025 zijn er door de fractie van Veur Elkaar schriftelijke vragen gesteld met betrekking tot de Anterieure Overeenkomst die op 1 juli 2025 schriftelijk zijn beantwoord. In aanvulling daarop is de desbetreffende Anterieure Overeenkomst vertrouwelijk bij de griffie ter inzage gelegd.

Op 3 juli 2025 heeft de fractie van Veur Elkaar schriftelijke vragen gesteld over bovengenoemd memo en de Anterieure Overeenkomst. Onderstaand geven wij hierop een toelichting.

Hoe is het mogelijk dat de onjuiste informatie over groenteconsumptie is opgenomen in de memo “Toelichting sanering Steenwijk Zuid-Oost” van 17 juni 2025?

Bij het opstellen van de memo is gebruik gemaakt van informatie uit een presentatie van en door de GGD aan de bewoners van de woningen Kallenkoterallee 88a tot en met 108 op 7 oktober 2024. De bewoners hebben gronden, in eigendom van Roosdom Tijhuis, al jarenlang in gebruik. Roosdom Tijhuis wil de desbetreffende gronden na sanering aan de bewoners verkopen. Het bewuste tekstgedeelte had betrekking op de huidige situatie, zónder de voorgenomen sanering, en had niet in de memo moeten worden opgenomen.

Wanneer is de memo vastgesteld door het college?

De memo is in overleg met de verantwoordelijk portefeuillehouder opgesteld. De memo was een verduidelijking naar aanleiding van vragen die zijn gesteld in de politieke markt. Hiervoor is geen besluitvorming door het college nodig.

Vanaf welk moment beschikte de portefeuillehouder over de nieuwe informatie van de OD, waaruit bleek dat de consumptie niet beperkt hoeft te worden tot 10%?

Dinsdagmiddag 24 juni 2025 om 14.30 uur.

Waarom is de nieuwe informatie van de OD op deze manier (kort voor de besluitvorming) tijdens de behandeling in de raadsvergadering mondeling aan de raad medegedeeld?

Vanwege de korte periode tussen het bekend worden van de nieuwe informatie en de raadsvergadering is gekozen voor een mondelinge toelichting voorafgaand aan de besluitvorming in de raad.

Is de genoemde passage in de onjuiste informatienota over “maximaal 10% consumptie uit eigen tuin” gebaseerd op een schriftelijke advies van de GGD?
a. Zo ja, verzoeken wij u dat advies aan de raad te verstrekken en openbaar te maken.
b. Zo nee, op welke bron is de passage dan gebaseerd?

De passage is ontleend aan een presentatie van en door de GGD aan de bewoners van de woningen Kallenkoterallee 88a t/m 108 die is gehouden op 7 oktober 2024.

Op welke wijk heeft de genoemde GGD-adviestekst wél betrekking volgens het college? En wanneer is deze wijk ontwikkeld of in ontwikkeling genomen?

De tekst heeft betrekking op het gedeelte van Steenwijk Zuidoost dat in gebruik is bij de bewoners van de woningen Kallenkoterallee 88a t/m 108.

Wij verzoeken u een gecorrigeerde en feitelijk juiste memo over de wijk Steenwijk Zuid-Oost op te stellen en te publiceren en deze actief aan de raad aan te bieden.

We zullen de raad een geactualiseerd memo doen toekomen.

Wanneer en hoe laat is de anterieure overeenkomst inzake de ontwikkeling van Steenwijk Zuid-Oost ondertekend?

Maandag 23 juni om 13 uur door vertegenwoordigers van de ontwikkelaar en wethouder Smit. Het sluiten van deze overeenkomst is een bevoegdheid van het college (artikel 6:24 Wro) en dient voor het vaststellen van het bestemmingsplan door de raad te gebeuren, zodat de economische uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan is verzekerd.

Waarom zijn er in deze overeenkomst geen ontbindende voorwaarden opgenomen terwijl besluitvorming in de raad nog moest plaatsvinden?

In de Anterieure Overeenkomst is een inspanningsverplichting opgenomen voor de gewenste planologische medewerking en dat het aan de raad is om al dan niet mee te werken aan de planologische medewerking. Hierdoor is het niet nodig om ontbindende voorwaarden op te nemen.

Welke risico’s verbindt het college aan het ontbreken van ontbindende voorwaarden in deze overeenkomst zowel bestuurlijk als financieel-juridisch?

Als de raad besluit om niet mee te werken aan de gewenste planologische wijziging zijn de financieel-juridische risico’s zeer beperkt. Verder is in de overeenkomst geregeld dat de Anterieure Overeenkomst wordt ontbonden, zonder dat partijen iets van elkaar hebben te vorderen, als het bestemmingsplan niet wordt vastgesteld.

Hoe verhoudt deze werkwijze zich tot de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor een zorgvuldige en transparante besluitvorming, zoals bedoeld in artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) – het zorgvuldigheidsbeginsel?

Met het aangaan van de Anterieure Overeenkomst door het college is het kostenverhaal voor de planologische maatregel verzekerd en economisch uitvoerbaar. Hiermee wordt invulling ingegeven aan een zorgvuldige en transparante besluitvorming bij het laten vaststellen van een bestemmingsplan door de raad.

Besluit

Het college stelt de beantwoording raadsvragen inzake memo en Anterieure Overeenkomst inzake Steenwijk Zuid-Oost vast.